
Rijkswet vrijwillige zetelverplaatsing van rechtspersonen
Artikel 13
1
Elke wijziging van de akte van oprichting, als in artikel 12 bedoeld, behoeft de toestemming of de bekrachtiging van Onze Minister van Justitie van het betrokken deel van het Koninkrijk.
2
Ten aanzien van de toestemming is artikel 4, eerste en derde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de in artikel 4, derde lid, bedoelde stukken worden gezonden aan Onze Minister die de toestemming heeft verleend.
3
Ten aanzien van de bekrachtiging is artikel 5 van toepassing, met dien verstande dat het verzoek om bekrachtiging wordt gericht tot Onze Minister van Justitie van het deel van het Koninkrijk, waar de vennootschap gevestigd is.
4
De artikelen 6, eerste en tweede lid, en 7 zijn van toepassing, met dien verstande dat de intrekking der toestemming of bekrachtiging geschiedt door Onze in het vorige lid genoemde Minister van Justitie met Onze machtiging.
5
Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.